In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 7 december 2023, in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, werd het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een individuele inkomenstoeslag beoordeeld. Eiser, die sinds 21 oktober 2019 een bijstandsuitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, had op 23 november 2021 een aanvraag ingediend voor deze toeslag. De aanvraag werd door verweerder afgewezen in het primaire besluit van 24 november 2021, en het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 24 januari 2022.
De rechtbank heeft op 25 oktober 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij volledig arbeidsongeschikt was. Eiser had geen medische stukken ingediend die zijn beperkingen onderbouwden, en de rechtbank verwees naar een eerder advies van Salude, waaruit bleek dat eiser in staat was om deel te nemen aan een re-integratietraject. De rechtbank concludeerde dat er uitzicht was op inkomensverbetering en dat de afwijzing van de aanvraag om individuele inkomenstoeslag terecht was.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter M. van Paridon, in aanwezigheid van griffier Y. Al-Qaq, en werd openbaar uitgesproken op 7 december 2023.