ECLI:NL:RBDHA:2023:19391
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en voortvarend handelen in vreemdelingenzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 september 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Gambiaanse nationaliteit heeft. De maatregel van bewaring was op 17 juli 2023 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en het onderzoek op 1 september 2023 gesloten.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 26 juli 2023. De kern van de zaak is of de voortzetting van de maatregel rechtmatig is. Eiser stelt dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt, vooral na de bevestiging van zijn nationaliteit op 17 augustus 2023. Hij meent dat de uitzetting binnen twee weken na deze bevestiging had moeten plaatsvinden.
De rechtbank oordeelt echter dat verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld. Na de nationaliteitsbevestiging heeft verweerder op 21 augustus 2023 een vluchtaanvraag ingediend en de geplande uitzetting op 13 september 2023 is ook als voldoende voortvarend beoordeeld. De rechtbank wijst de stelling van eiser af dat de maximale periode tussen de nationaliteitsbevestiging en de uitzetting twee weken zou moeten zijn. Eiser heeft ook niet aangetoond dat hij bereid is om vrijwillig te vertrekken.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.