ECLI:NL:RBDHA:2023:19313
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van bewaring en verzoek om schadevergoeding in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit, die in bewaring was gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 13 juni 2023 de maatregel van bewaring opgelegd, welke op 28 november 2023 werd opgeheven. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld en zich beperkt tot de vraag of de eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode van bewaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewaring rechtmatig was tot de opheffing en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die een eerdere opheffing van de bewaring rechtvaardigden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiser onvoldoende medewerking heeft verleend aan zijn uitzetting naar Marokko en dat er geen reëel zicht op uitzetting was, maar dat dit niet voldoende was om de bewaring onrechtmatig te verklaren. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.