Uitspraak
[eiser] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
fair balance) tussen de belangen van de vreemdeling en die van de Nederlandse samenleving.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 31 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning beoordeeld. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, had een verblijfsvergunning op basis van zijn huwelijk met een Nederlandse vrouw. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de verblijfsvergunning ingetrokken met terugwerkende kracht tot 28 november 2019, na het einde van het huwelijk. Eiser heeft bezwaar gemaakt en stelt dat de staatssecretaris ten onrechte niet heeft onderzocht of hij recht had op een afgeleid verblijfsrecht op basis van de zorg voor zijn stiefzoon, die de Nederlandse nationaliteit heeft. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet verplicht was om dit onderzoek uit te voeren, omdat eiser niet heeft aangetoond dat er een afhankelijkheidsrelatie bestond tussen hem en zijn stiefzoon. De rechtbank concludeert dat de intrekking van de verblijfsvergunning niet in strijd is met de Gezinsherenigingsrichtlijn of artikel 8 van het EVRM, omdat er geen beschermenswaardig familieleven kan worden vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.