Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [nummer], eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Inleiding
Overwegingen
– anders dan eiser stelt – rekening is gehouden met bewijsnood. Verweerder heeft in zijn besluit toegelicht dat eiser ook op andere manieren dan het overleggen van documenten zijn identiteit, nationaliteit en herkomst heeft kunnen onderbouwen. Verweerder heeft niet ten onrechte overwogen dat eiser daarin niet is geslaagd. Hij heeft in dat kader kunnen tegenwerpen dat eiser wisselend heeft verklaard over zijn persoonsgegevens. Eiser verklaart - en bevestigt [1] - ten tijde van zijn aanmelding dat hij [M.A.] heet, de Algerijnse nationaliteit bezit en is geboren op [geboortedatum] in Algerije, terwijl hij in het vervolg van zijn procedure stelt [M.B.] te heten, de Tunesische nationaliteit te bezitten en te zijn geboren op [geboortedatum] in Tunesië. Verweerder heeft ook kunnen overwegen dat hij dit eiser te meer aanrekent, omdat eiser dit in het verleden vaker heeft gedaan. Uit het dossier volgt dat eiser vaker in Nederland is geweest en daarbij de ene keer aangeeft dat hij uit Tunesië komt en de opgegeven Algerijnse identiteit heeft verzonnen en de andere keer dat hij uit Algerije komt en de opgegeven Tunesische identiteit heeft verzonnen. Verder heeft verweerder erop kunnen wijzen dat eiser wisselend is in zijn verklaringen over het bezitten van identificerende documenten. [2] Ook heeft verweerder hierbij kunnen betrekken dat eiser meerdere herkomstvragen onjuist heeft beantwoord. [3] Dit is door eiser niet betwist. Verweerder heeft daarnaast niet ten onrechte gesteld dat het spreken van de Arabische taal kan bijdragen aan het geloofwaardig achten van de nationaliteit en herkomst van eiser. Hij heeft daarom niet ten onrechte van betekenis geacht dat eiser - hoewel de reden daarvan gevolgd kan worden - tijdens de gehoren enkel heeft verklaard in het Italiaans. Met de door hem gesproken taal heeft eiser dus niet alsnog aannemelijk gemaakt waar hij vandaan komt.
– die mede volgt uit het medisch patiëntendossier – onvoldoende in ogenschouw genomen. Hierdoor heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd dat er geen aanleiding bestaat om uitstel van vertrek te verlenen. Dat eiser in beroep geen aanvullende medische informatie meer heeft overgelegd – zoals verweerder ter zitting heeft betoogd – doet hieraan niet af. Het besluit is in zoverre onzorgvuldig voorbereid en ondeugdelijk gemotiveerd.
14 mei 2020 [12] volgt dat de bevoegde nationale autoriteit bij het uitvaardigen van een terugkeerbesluit krachtens artikel 5 van de Terugkeerrichtlijn met name zorg moet dragen voor de eerbiediging van het beginsel van non-refoulement en dat dit moet worden beoordeeld met betrekking tot het land waarnaar wordt overwogen de betrokkene te gelasten terug te keren.
– anders dan verweerder stelt – de onderzoeksplicht van verweerder in ieder geval zover strekt dat hij voorafgaand aan het uitvaardigen van het terugkeerbesluit dient te beoordelen of bij terugkeer van de vreemdeling naar het aangewezen terugkeerland het beginsel van non-refoulement wordt geëerbiedigd. In dat kader dient verweerder voorafgaand aan het uitvaardigen van het terugkeerbesluit de vreemdeling in de gelegenheid te stellen eventuele belangen die in de weg staan aan een terugkeer naar het aangewezen terugkeerland kenbaar te maken.