In deze zaak hebben eisers, beiden van Marokkaanse nationaliteit, op 7 februari 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als gezinslid bij hun referent in Nederland te verblijven. De aanvraag is op 8 februari 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ontvangen. Omdat er geen tijdig besluit is genomen, hebben eisers op 8 september 2023 verweerder in gebreke gesteld. Vervolgens hebben zij op 25 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Verweerder heeft op 10 oktober 2023 een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken en dat eisers rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit. De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie waarin is geoordeeld dat bij overschrijding van de beslistermijn bij aanvragen om gezinshereniging sprake is van een bijzonder geval.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een beslissing op de aanvraag bekend te maken. Indien verweerder besluit tot nader onderzoek, moet dit binnen twintig weken na de bekendmaking gebeuren. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De hoogte van de verbeurde dwangsom is vastgesteld op € 1.442,-. Tot slot is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 418,50.