ECLI:NL:RBDHA:2023:19102
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor het uitbreiden van appartementen; beroep ongegrond; VvE; verschoonbare termijnoverschrijding; procesbelang; machtiging; aanvraag niet in behandeling genomen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning voor het uitbreiden van appartementen. De eisers, bewoners van een appartement, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk, dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning buiten behandeling heeft gesteld. Dit besluit volgde op een bezwaar van een derde-partij, die lid is van de Vereniging van Eigenaren (VvE) en stelde dat de aanvraag niet rechtsgeldig was omdat de voorzitter van de VvE geen machtiging had om de aanvraag in te dienen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bezwaartermijn door een foutieve mededeling van een gemeentemedewerker een dag te laat was ingediend, maar heeft geoordeeld dat deze termijnoverschrijding verschoonbaar was. De rechtbank heeft ook overwogen dat de eigenaar van het appartement procesbelang had bij zijn bezwaar, omdat het verlenen van de omgevingsvergunning invloed had op zijn woonsituatie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het college terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld, omdat er geen geldige machtiging van de VvE was overgelegd.
De rechtbank heeft het beroep van de eisers ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere besluiten van het college in stand blijven. De eisers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.