Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in oppositie, met producties 1 tot en met 14;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 december 2023 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een eerder verstekvonnis. De eiser in het verzet, SPEED COVID TEST B.V. (SCT), had zich verzet tegen een vonnis van 18 januari 2023, waarin de vorderingen van de gedaagde in het verzet, V.H.O.D.N., waren toegewezen. SCT betwistte de vordering van V.H.O.D.N. en stelde dat zij tijdig in verzet was gekomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat SCT ontvankelijk was in haar verzet, ondanks dat er administratieve verwarring was ontstaan over de indiening van de dagvaarding. De rechter concludeerde dat SCT onvoldoende had betwist dat zij de facturen van V.H.O.D.N. verschuldigd was, en dat er geen grond was voor gegrondverklaring van het verzet. De voorzieningenrechter bekrachtigde het verstekvonnis en veroordeelde SCT in de proceskosten van de verzetprocedure. De kosten werden begroot op € 1.079,-, te vermeerderen met nakosten.