8.4Het oordeel van de rechtbank
Door de hiervoor genoemde benadeelde partijen wordt vergoeding van de schade gevorderd die zij stellen te hebben geleden ten gevolge van diefstal met braak uit hun bedrijfsauto’s. Alhoewel die diefstallen niet aan de verdachte ten laste zijn gelegd, is te zijnen laste wel het witwassen van gestolen gereedschappen bewezen verklaard. Steeds betrof het onderliggende misdrijf een diefstal (al dan niet met braak) uit een bedrijfsauto. Hoewel niet kan worden vastgesteld dat de verdachte al deze diefstallen zelf heeft gepleegd, staat wel vast dat de verdachte wist dat de door hem witgewassen gereedschappen van diefstal afkomstig waren. Dit betekent dat het bestaan van een voldoende rechtstreeks verband tussen de door de benadeelde partijen gevorderde schade en het bij dagvaarding I onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit niet op voorhand is uitgesloten.De rechtbank zal per vordering beoordelen of er sprake is van een voldoende rechtstreeks verband. Daarbij is voor de rechtbank bepalend of de diefstal is gepleegd in de bewezen verklaarde periode. Is dat het geval, dan is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een voldoende rechtstreeks verband tussen die diefstal en het onder 1 bewezen verklaarde feit. Dateert de diefstal van vóór die periode, dan kan een voldoende rechtstreeks verband niet worden vastgesteld.
1. [benadeelde 1]
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de post immateriële schade, de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Dit deel van de vordering is namens de verdachte (gemotiveerd) betwist en door de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks materiële schade heeft geleden door het onder 1 bewezen verklaarde feit, ter grootte van het in de aangifte genoemde schadebedrag (pagina 2736 e.v.), te weten € 2.350,00.
De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van de materiële schade voor het overige afwijzen, omdat deze onvoldoende is onderbouwd en het naar het oordeel van de rechtbank hoogst onwaarschijnlijk is dat de benadeelde partij in een later stadium nog een verdere onderbouwing zal kunnen verschaffen.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van € 2.350,00, bestaande uit materiële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 12 maart 2018, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskostenveroordeling
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Hoofdelijkheid
Omdat de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Hetzelfde geldt voor de toegewezen proceskosten. Daarbij geldt dat de verdachte, voor zover de mededader een bedrag aan de benadeelde partij heeft betaald, dat deel van de schadevergoeding en/of proceskosten niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte hoofdelijk de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.350,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 12 maart 2018 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde 1] .
2. [benadeelde 2]
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien de benadeelde partij geen bedrag heeft ingevuld op het voegingsformulier. De benadeelde partij kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
3. [benadeelde 3]
4. [benadeelde 4]
De rechtbank zal [benadeelde 3] en [benadeelde 4] niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen, aangezien aan de benadeelde partijen niet rechtstreeks schade is toegebracht door de bewezen verklaarde feiten. De benadeelde partijen kunnen hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
5. [benadeelde 5]
Op grond van het dossier (in het bijzonder de aangifte op pagina 1701 e.v.) en het onderzoek ter terechtzitting kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks materiële schade heeft geleden door het onder 1 bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde schadebedrag, te weten € 4.257,02.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van € 4.257,02, bestaande uit materiële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 3 december 2017, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskostenveroordeling
Nu de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 4.257,02, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 3 december 2017 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde 5] .
6. [benadeelde 6]
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De vordering is namens de verdachte (gemotiveerd) betwist en door de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
7. [benadeelde 7]
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op de post vervanging slot bedrijfswagen, is door de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij deze schade rechtstreeks heeft geleden door het onder 1 bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van € 200,00, bestaande uit materiële schade.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De vordering is namens de verdachte (gemotiveerd) betwist en door de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd, in aanmerking genomen dat uit het dossier blijkt dat de benadeelde partij gereedschappen heeft teruggekregen van de politie en onduidelijk is in hoeverre ook voor die gereedschappen nu schadevergoeding wordt gevorderd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 19 oktober 2017, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskostenveroordeling
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte hoofdelijk de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 200,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 oktober 2017 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde 7] .
8. [benadeelde 8]
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De vordering is namens de verdachte (gemotiveerd) betwist en door de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd, in aanmerking genomen dat uit het dossier blijkt dat de benadeelde partij gereedschappen heeft teruggekregen van de politie en onduidelijk is in hoeverre ook voor die gereedschappen nu schadevergoeding wordt gevorderd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
9. [benadeelde 9]
Op grond van het dossier (in het bijzonder de aangifte op pagina 319 e.v.) en het onderzoek ter terechtzitting kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks materiële schade heeft geleden door het onder 1 bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde schadebedrag, te weten € 2.655,92.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van € 2.655,92, bestaande uit materiële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 11 maart 2018, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskostenveroordeling
Nu de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Hoofdelijkheid
Omdat de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Hetzelfde geldt voor de toegewezen proceskosten. Daarbij geldt dat de verdachte, voor zover de mededader een bedrag aan de benadeelde partij heeft betaald, dat deel van de schadevergoeding en/of proceskosten niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte hoofdelijk de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.655,92, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 11 maart 2018 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde 9] .
10. [benadeelde 10]
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de post immateriële schade , de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Dit deel van de vordering is namens de verdachte (gemotiveerd) betwist en door de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op de posten aanschaf nieuw gereedschap en loonderving, is door de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij deze schade rechtstreeks heeft geleden door het onder 1 bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van € 7.939,63, bestaande uit materiële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 12 maart 2018, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskostenveroordeling
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Hoofdelijkheid
Omdat de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Hetzelfde geldt voor de toegewezen proceskosten. Daarbij geldt dat de verdachte, voor zover de mededader een bedrag aan de benadeelde partij heeft betaald, dat deel van de schadevergoeding en/of proceskosten niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte hoofdelijk de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 7.939,63, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 12 maart 2018 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde 10] .
11. [benadeelde 11]
Nu de benadeelde partij het voegingsformulier niet heeft ondertekend, zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het bij dagvaarding II bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover het slachtoffer genaamd [benadeelde 11] aansprakelijk voor schade die door dit feit aan [benadeelde 11] is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 1.655,54, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 15 september 2018 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde 11] .
12. [benadeelde 12]
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien aan de benadeelde partij niet rechtstreeks schade is toegebracht door de bewezen verklaarde feiten. De benadeelde partij kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.