ECLI:NL:RBDHA:2023:18985
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming van een Oekraïense vluchteling na besluit staatssecretaris
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van 30 augustus 2023, waarin aan eiser werd meegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, eindigt op 4 september 2023. Eiser, afkomstig uit Oekraïne, had eerder tijdelijke bescherming gekregen na de inval van Rusland en had asiel aangevraagd in Nederland op 23 augustus 2022. De staatssecretaris had op 3 juli 2023 zijn voornemen kenbaar gemaakt om de tijdelijke bescherming te beëindigen, waarop eiser zijn zienswijze had ingediend. De rechtbank heeft het beroep op 23 november 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen.
De rechtbank beoordeelt de beëindiging van de tijdelijke bescherming aan de hand van de beroepsgronden van eiser. De staatssecretaris heeft in zijn besluit bepaald dat het recht van eiser op tijdelijke bescherming op 4 september 2023 eindigt, omdat hij tot de facultatieve groep behoort. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris bevoegd was om de tijdelijke bescherming te beëindigen en dat er geen aanleiding is om prejudiciële vragen te stellen. Eiser's argument dat hij voorafgaand aan het besluit diende te worden gehoord, wordt door de rechtbank verworpen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.