Na vermeerdering van eis vordert Voga, samengevat:
I. [vennoot A c.s.] te veroordelen tot het overleggen van onderstaande bescheiden, al dan niet onder door de voorzieningenrechter te bepalen voorwaarden:
a. De jaarrekeningen over 2016 tot en met 2020 en de slotbalans van de op 15 december 2020 ontbonden stille maatschap; daaronder begrepen inzage in en afschrift van de grootboekadministratie waar de jaarrekeningen op zijn gebaseerd;
b. De IB-aangiften van [vennoot A c.s.] , onderdelen Box 1 en Box 3, over de jaren 2016 tot en met 2022;
c. Het document “de verklaring”, waarnaar wordt verwezen in de notariële akte van 15 juni 2018;
d. Relevante correspondentie ter zake de totstandkoming van de koopsom van [plaats 5] voor een bedrag van € 2.924.300,00, dat wil zeggen € 775.700,00 onder de marktwaarde;
e. inzage in en afschrift van de nota van afrekening van de verkochte onroerende zaken in 2020, 2021 en 2022, alsmede de leveringsakten;
op straffe van verbeurte van een dwangsom;
II. te bepalen dat, indien [vennoot A c.s.] niet uiterlijk binnen veertien dagen na de uitspraak voldoen aan het gevorderde onder I.c., Voga bij uitspraak is gemachtigd om “de verklaring” op te vragen bij de notaris onder wie zich “de verklaring” bevindt;
een en ander met hoofdelijke veroordeling van [vennoot A c.s.] in de proceskosten.