ECLI:NL:RBDHA:2023:18911
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 19 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 16 mei 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag eindigde op 16 november 2022, maar door een wijziging in de regelgeving werd deze termijn verlengd tot 16 augustus 2023. Eiser heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 17 augustus 2023 in gebreke gesteld, waarna het beroep is ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, gezien de achterstanden bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de bijzondere omstandigheden die zich hebben voorgedaan. De rechtbank bepaalt dat de staatssecretaris binnen acht weken na de uitspraak een beslissing op de aanvraag moet nemen en legt een dwangsom op van € 100 per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 7.500. Tevens wordt de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 418,50, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht.