ECLI:NL:RBDHA:2023:18468
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij aan eiseres is medegedeeld dat haar recht op tijdelijke bescherming eindigt op 4 september 2023. Dit besluit volgde op een voornemen dat op 3 juli 2023 werd gecommuniceerd. Eiseres heeft haar zienswijze ingediend, waarna het bestreden besluit werd genomen. De rechtbank heeft het beroep, samen met een verzoek tot voorlopige voorziening, op 24 november 2023 behandeld. De gemachtigde van de staatssecretaris was aanwezig tijdens de zitting.
De rechtbank oordeelt dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming rechtmatig is. Eiseres had verzocht om uitstel van de beslissing totdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak zou doen in een soortgelijke zaak. De rechtbank wijst dit verzoek af, omdat zij in eerste aanleg moet oordelen. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van 30 oktober 2023, waarin is geoordeeld dat de staatssecretaris bevoegd is om de tijdelijke bescherming voor de groep waartoe eiseres behoort te beëindigen. Eiseres heeft geen overtuigende argumenten aangedragen die de rechtbank zouden doen afwijken van deze eerdere uitspraak.
De rechtbank concludeert dat de beroepsgronden van eiseres, waaronder de schending van het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel, niet slagen. Eiseres heeft niet aangetoond dat er een ondubbelzinnige toezegging is gedaan door de staatssecretaris. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.