ECLI:NL:RBDHA:2023:18372
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens misbruik van wrakingsmiddel in bestuursrechtelijke procedure
Op 19 juni 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in verband met een procedure tegen het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van procedurele beslissingen, waaronder het niet honoreren van een verzoek om een digitale hoorzitting en het niet reageren op een verzoek om de hoorzitting besloten te houden. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen. In dit geval was er geen sprake van bijzondere omstandigheden die een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid opleverden.
De wrakingskamer benadrukte dat beslissingen over de wijze van zitting (digitaal of besloten) procedurele beslissingen zijn en dat deze niet kunnen leiden tot een wrakingsverzoek. Bovendien was het bekend dat de verzoeker eerder in vier van de vijf hoofdzaken een wrakingsverzoek had ingediend, dat niet-ontvankelijk was verklaard. De wrakingskamer concludeerde dat de verzoeker het wrakingsmiddel misbruikte om de voortgang van de procedure te frustreren. Daarom werd besloten dat een volgend wrakingsverzoek in de betreffende zaken niet in behandeling zou worden genomen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en er werd bepaald dat de behandeling van de hoofdzaken voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.