AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Intrekking asielvergunning in verband met ernstig misdrijf en beoordeling van openbare orde
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 28 november 2023, in de zaak NL22.22523, wordt het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn asielvergunning voor onbepaalde tijd behandeld. Eiser, van Eritrese nationaliteit, had eerder een asielvergunning voor bepaalde tijd gekregen, maar deze is ingetrokken vanwege een veroordeling voor ontucht met een minderjarige, waarvoor hij een gevangenisstraf van 18 maanden heeft gekregen. De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende heeft aangetoond dat eiser door zijn gedrag een actuele en ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde, en dat de intrekking van de asielvergunning gerechtvaardigd is. Eiser kan de verleningsgrond van zijn asielvergunning niet meer aan de orde stellen, omdat hij ervoor heeft gekozen om een aanvraag voor een asielvergunning voor onbepaalde tijd in te dienen. De rechtbank vernietigt echter het bestreden besluit voor zover het een terugkeerbesluit en een inreisverbod betreft, omdat verweerder dit niet meer mag opleggen in het licht van het recente AA-arrest van het Hof van Justitie van de EU. De rechtbank concludeert dat de intrekking van de asielvergunning in stand blijft, maar dat de gevolgen van het besluit voor eiser's gezinsleven en de situatie in Eritrea in de toekomst opnieuw beoordeeld moeten worden.
Voetnoten
1.Het AA-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 juli 2023 (C-663/21), ECLI:EU:C:2023:540.
2.Geldig van 13 augustus 2015 tot 13 augustus 2020.
3.Geldig vanaf 13 augustus 2020.
4.Artikel 35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
5.Artikel 32, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000.
6.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
7.Het Verdrag van Genève van 1951 (Trb. 1954, 88) betreffende de status van vluchtelingen, zoals gewijzigd bij Protocol van New York van 1967 (Trb. 1967, 76).
8.In tegenstelling tot een vergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000.
9.Onder meer “bijzonder ernstig misdrijf” in plaats van “ernstig misdrijf”.
10.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 17 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2368. 12.Vreemdelingenbesluit 2000.
13.Zie het arrest Z. Zh. en I.O. van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 11 juni 2015 (C-554/13), ECLI:EU:C:2015:377.
15.Zie artikel 45, eerste lid, van de Vw 2000 in samenhang met artikel 45, tweede lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000.
16.Het arrest van het Hof van 6 juli 2023 (C-663/21), ECLI:EU:C:2023:540.
17.Richtlijn 2008/115/EG.
18.Het arrest van het Hof van 6 juli 2023 (C-663/21).
19.Richtlijn 2011/95/EU.