ECLI:NL:RBDHA:2023:18301

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
C/09/650339/KG RK 23-908
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek wegens ongegrondheid en gebrek aan objectieve aanwijzingen voor partijdigheid

Op 17 juli 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag het wrakingsverzoek van Corpocon Legal/Letsel en Schadeclaim.nl B.V. afgewezen. Het verzoekster, gevestigd te Alphen aan den Rijn, verzocht om wraking van mr. M.S. Vonck, kantonrechter in de rechtbank, op basis van de manier waarop zij door de rechter was bejegend tijdens een zitting in de hoofdzaak. De wrakingskamer oordeelde dat de klacht van verzoekster niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van (de schijn van) partijdigheid van de rechter. De wrakingsprocedure is niet bedoeld voor klachten over de wijze van bejegening door de rechter, en verzoekster had de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij het gerechtsbestuur.

De wrakingskamer benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete feiten zijn die wijzen op vooringenomenheid of objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid. In dit geval waren er geen bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleverden. De wrakingskamer besloot dat het verzoek kennelijk ongegrond was en dat er geen reden was voor een mondelinge behandeling van het verzoek. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Wrakingskamer
wrakingnummer 2023/84
zaak- /rekestnummer: C/09/650339 / KG RK 23-908
Beslissing van 17 juli 2023
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
Corpocon Legal/Letsel en Schadeclaim.nl B.V.,
gevestigd te Alphen aan den Rijn,
hierna te noemen: verzoekster,
gemachtigde [gemachtigde] te [woonplaats] ,
strekkende tot de wraking van
mr. M.S. Vonck,
kantonrechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de kantonrechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het proces-verbaal van 6 juli 2023, waarin het mondelinge wrakingsverzoek en de grond daarvoor zijn vermeld.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de kantonrechter in de zaak met nummer 10434418 \ CV EXPL 23-1116 tussen verzoekster en [wederpartij in de hoofdzaak] (hierna: de hoofdzaak).

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij of zij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid.
3.2.
Het wrakingsverzoek moet worden gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden en alle feiten en omstandigheden moeten tegelijk worden voorgedragen. Blijkens het proces-verbaal heeft de kantonrechter de ter zitting aanwezige vertegenwoordiger van verzoekster er tijdens de mondelinge behandeling op gewezen dat zij het storend vindt dat hij tijdens de zitting (naar de wrakingskamer begrijpt: terwijl de wederpartij aan het woord is) heel hard bladert en lacht. Zowel verzoekster als de kantonrechter zijn vervolgens nader ingegaan op die opmerking, dan wel hebben dat getracht. De kantonrechter heeft desgevraagd door verzoekster geen excuses gemaakt voor haar wijze van bejegening. Verzoekster heeft daarna de kantonrechter gewraakt. De gemachtigde van verzoekster heeft blijkens het proces-verbaal als grond voor het wrakingsverzoek aangevoerd dat hij door de nogal indringende hoge toon van de kantonrechter ten aanzien van zijn cliënt het idee heeft dat de kantonrechter al een oordeel heeft gevormd over de zaak.
3.3.
Voormelde feiten en omstandigheden kunnen niet leiden tot een gegronde wraking. De klacht van verzoekster betreft in wezen de manier waarop zij door de rechter is bejegend. Voor dergelijke klachten is de wrakingsprocedure niet bedoeld. Verzoekster kan over de wijze van bejegening door de rechter een klacht indienen bij het gerechtsbestuur. Concrete feiten en omstandigheden waaruit volgt dat in deze bejegening (de schijn van) partijdigheid van de rechter besloten ligt, zijn gesteld noch gebleken. Het verzoek tot wraking is daarom kennelijk ongegrond en dus niet voor toewijzing vatbaar. Daarbij bestaat geen reden voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer
4.1.
wijst het verzoek tot wraking af;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek;
4.3.
beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 39, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt toegezonden aan:
• verzoekster;
• de wederpartij in de hoofdzaak;
• de kantonrechter.
Deze beslissing is gegeven door mrs. M. Kramer, R. Cats en R.G.C. Veneman, in tegenwoordigheid van de griffier mr. T.A.E. Scheers en in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.