ECLI:NL:RBDHA:2023:18212
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanvraag vergunning Waterwet; aanmerken als belanghebbende
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 25 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, vertegenwoordigd door Rijkswaterstaat, behandeld. Eiser had een aanvraag ingediend voor het plaatsen van zes laagvervalturbines bij de Flakkeese spuisluis in de Grevelingendam, maar deze aanvraag werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelt dat verweerder ten onrechte heeft gesteld dat eiser niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat de argumenten van verweerder, die zich baseren op de ongeschiktheid van de locatie en de afwezigheid van privaatrechtelijke toestemming, onvoldoende zijn om aan te nemen dat het project niet kan worden gerealiseerd. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit, waardoor verweerder verplicht wordt om alsnog een inhoudelijk besluit te nemen op de aanvraag van eiser. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 1.674,- worden vastgesteld. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van de belangen van de aanvrager en de voorwaarden waaronder vergunningen worden verleend.