ECLI:NL:RBDHA:2023:18206
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel wegens kennelijk ongegrondheid en niet-ontvankelijkheid beroep
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, had op 5 september 2023 een aanvraag ingediend die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is met onbekende bestemming uit de opvang vertrokken en verblijft thans in Duitsland. Tijdens de zitting op 24 oktober 2023 heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser niet zelf aanwezig was en dat zijn gemachtigde, mr. L.I. Siers, niet op de hoogte was van zijn verblijfplaats in Duitsland.
De rechtbank heeft ambtshalve de vraag beantwoord of eiser nog procesbelang heeft bij het beroep. Gezien het feit dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en zijn gemachtigde niet weet waar hij zich bevindt, concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, zonder inhoudelijke beoordeling van de zaak. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter N.M. Spelt, in aanwezigheid van griffier drs. S.S. Mazaheri.