ECLI:NL:RBDHA:2023:18173
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep van een vreemdeling die met onbekende bestemming is vertrokken
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres, geboren op [geboortedatum] en met de Braziliaanse nationaliteit, diende op 28 maart 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel in. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 27 september 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 9 november 2023 behandeld, maar eiseres en haar gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting.
De rechtbank moest vaststellen of eiseres procesbelang had bij haar beroep, aangezien de staatssecretaris op 24 oktober 2023 meldde dat eiseres op 6 oktober 2023 de opvang had verlaten en met onbekende bestemming was vertrokken. Volgens vaste rechtspraak moet worden aangenomen dat een vreemdeling die met onbekende bestemming vertrekt, geen prijs meer stelt op de bescherming in Nederland, tenzij er bewijs is dat de vreemdeling nog in contact staat met zijn gemachtigde en prijs stelt op de bescherming.
De gemachtigde van eiseres bevestigde op 31 oktober 2023 dat zij nog contact had met eiseres, die naar Portugal was uitgeweken. Eiseres wilde het beroep in Nederland voortzetten, maar de rechtbank kon niet vaststellen of zij terug in Nederland was en of de gemachtigde op de hoogte was van haar verblijfplaats. Gezien deze omstandigheden concludeerde de rechtbank dat eiseres geen rechtens te beschermen belang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.