ECLI:NL:RBDHA:2023:18150
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheidsverklaring van een asielaanvraag van een Syrische statushouder met belangen van het kind
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van een Syrische asielzoeker beoordeeld tegen de niet-ontvankelijkheidsverklaring van zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft op 18 oktober 2023 de zaak behandeld, waarbij de eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. De staatssecretaris had de asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk verklaard op basis van het feit dat eiser internationale bescherming geniet in Bulgarije. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van het kind, zoals bedoeld in artikel 24 van het EU Handvest, en dat de omstandigheden van eiser niet voldoende zijn meegewogen. Eiser heeft familie in Nederland en heeft aangegeven dat het in zijn belang is om in Nederland te blijven. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag onterecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Eiser krijgt een vergoeding van zijn proceskosten.