ECLI:NL:RBDHA:2023:18116

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 november 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
C/09/654767 / JE RK 23-2004
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking over ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing in gesloten jeugdhulp

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 november 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam01]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam01] voor de duur van zes maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten jeugdhulpinstelling voor drie maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam01] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat er grote zorgen zijn over haar veiligheid en ontwikkeling. [naam01] heeft in het verleden automutilatie en suïcidale uitingen vertoond, wat haar veiligheid in de thuissituatie in gevaar brengt. De kinderrechter heeft eerder al een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging verleend, die binnenkort afloopt. De Raad heeft gemotiveerd dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om [naam01] een veilige en gestructureerde omgeving te bieden, waarbinnen zij kan werken aan haar problematiek. De kinderrechter heeft de zorgen van de Raad en de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, erkend en heeft besloten de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de hulpverlening direct kan starten. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat [naam01] zo snel mogelijk kan beginnen met traumatherapie en systeemtherapie, om haar ontwikkeling te ondersteunen en een veilige terugkeer naar huis mogelijk te maken.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/654767 / JE RK 23-2004
Datum uitspraak: 10 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing in een instelling voor gesloten jeugdhulp
in de zaak van
De Raad voor de Kinderbescherming,
regio Haaglanden,
hierna te noemen: de Raad,
over
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2006 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [naam01] ,
advocaat: mr. C. Krijger, gevestigd te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam02],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats01] .
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift, binnengekomen bij de rechtbank op 5 oktober 2023;
  • het gewijzigde verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op
- de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper van 9 november 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 10 november 2023. Daarbij waren aanwezig:
  • mevrouw [naam03] , namens de Raad;
  • mevrouw [naam04] en mevrouw [naam05] , namens de gecertificeerde instelling;
  • [naam01] met haar advocaat;
  • de moeder;
  • de tante moederszijde, als toehoorder.
1.3.
De kinderrechter heeft [naam01] naar haar mening gevraagd. [naam01] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter in het bijzijn van haar advocaat. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [naam01] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

  • [naam01] is geboren uit het huwelijk van de moeder en [naam06] (hierna te noemen: de vader).
  • Het huwelijk van de moeder en de vader is ontbonden door overlijden van de vader.
  • De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam01] .
  • [naam01] verblijft in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, te weten bij [X] .
  • De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 23 augustus 2023 [naam01] voorlopig onder toezicht gesteld en een machtiging verleend om [naam01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 14 november 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam01] voor de duur van zes maanden. Tevens verzoekt de Raad een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] in een instelling voor gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden. De Raad verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
De Raad heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Er zijn grote zorgen over de ontwikkeling en veiligheid van [naam01] . Zij heeft veel meegemaakt in het verleden en ervaart hier veel spanningen door. [naam01] doet aan automutilatie om de spanningen te verminderen. Ook doet zij geregeld suïcidale uitingen en heeft zij meermaals suïcidepogingen ondernomen. [naam01] brengt zichzelf en anderen in gevaar door haar gedrag. Aangezien de veiligheid van [naam01] niet langer gewaarborgd kon worden, is zij in augustus 2023 binnen de gesloten setting van [Y] geplaatst. Op [Y] is er rust en stabiliteit gecreëerd waardoor [naam01] overgeplaatst kon worden naar [X] . Ondanks dat er de afgelopen week een terugval is geweest, heeft [naam01] de afgelopen periode stappen gezet in de goede richting. De geslotenheid is nog nodig om [naam01] een veilige en gestructureerde omgeving te bieden waarbinnen zij kan werken aan haar problematiek. Het doel is om de komende drie maanden traumatherapie en systeemtherapie in te zetten zodat toegewerkt kan worden naar een thuisplaatsing van [naam01] . De langer doorlopende ondertoezichtstelling moet ervoor zorgen dat [naam01] en de moeder ook na de thuisplaatsing met hulpverlening kunnen worden ondersteund.

4.De standpunten

4.1.
De gecertificeerde instelling stemt in met het verzoek van de Raad. Ondanks de terugval van de afgelopen week zal de gecertificeerde instelling de komende periode blijven werken aan de thuisplaatsing van [naam01] . De specialistische hulp van GGZ Rivierduinen die [naam01] nodig heeft voor het verwerken van haar trauma’s is nog niet gestart. Dit betreurt de gecertificeerde instelling ten zeerste. Er zijn lange wachttijden voor psychische hulp, waar de gecertificeerde instelling helaas geen invloed op kan uitoefenen. Er is inmiddels wel een behandelaar aan [naam01] gekoppeld die hopelijk zo snel mogelijk kan starten. De gecertificeerde instelling benoemt verder dat het positief is dat er een betrokken netwerk is. Het is belangrijk dat de systeemtherapie voortgezet wordt zodat het netwerk leert hoe zij het beste met [naam01] om kunnen gaan.
4.2.
Namens [naam01] heeft de advocaat aangevoerd dat er op dit moment voldoende aanleiding is voor een gesloten plaatsing. Het is goed dat er een duidelijke einddatum aan het traject zit. Wel betreurt de advocaat het ten zeerste dat er nog niet gestart is met de in augustus al voorgestelde therapieën. De advocaat hoopt dat de behandeling - die [naam01] zo hard nodig heeft - nu echt spoedig zal kunnen starten. In aanvulling hierop heeft [naam01] verklaard graag terug te willen naar de moeder. Zij geeft aan dat de plaatsing bij [X] haar veel spanning geeft, terwijl er thuis juist positieve prikkels zijn. Ook hoopt [naam01] dat de traumatherapie snel kan starten, zodat zij een start kan maken met het verwerken van haar trauma’s.
4.3.
De moeder geeft aan trots te zijn op [naam01] en op de stappen die zij heeft gezet. Daar doet de terugval niets aan af. Zij ziet een positieve ontwikkeling in de manier waarop [naam01] over haar spanningen praat en deze uit. De moeder hoopt dat de behandeling zo spoedig mogelijk kan starten. Het is belangrijk dat [naam01] met iemand kan gaan praten en dat gewerkt kan worden aan een terugkeer naar huis.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
De kinderrechter is van oordeel dat [naam01] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Er is sprake van een zeer kwetsbaar meisje met complexe problematiek. Het gedrag van [naam01] vormt een risico voor haar eigen veiligheid en ontwikkeling. Hoewel de kinderrechter ziet dat [naam01] het afgelopen jaar positieve stappen heeft gezet, blijft de inzet van gedwongen hulpverlening noodzakelijk. [naam01] heeft nog niet kunnen starten met traumabehandeling en met de systeemtherapie is pas net begonnen. De moeder is, vanwege de complexe problematiek van [naam01] , op dit moment onvoldoende in staat om zelfstandig de ontwikkelingsbedreiging van [naam01] weg te nemen. Daarom vindt de kinderrechter het noodzakelijk dat de komende periode een jeugdbeschermer betrokken blijft die regie voert over de hulpverlening en toezicht houdt. Daarbij is het van belang dat de ondertoezichtstelling ook na de met [naam01] en de moeder afgesproken datum voor de thuisplaatsing van [naam01] , te weten 3 februari 2024, nog voor een korte periode doorloopt om zo te verzekeren dat [naam01] en de moeder ook in de thuissituatie de benodigde hulpverlening krijgen. De kinderrechter zal [naam01] daarom onder toezicht stellen voor de duur van zes maanden.
5.3.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw) kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.4.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de gronden van voornoemd artikel 6.1.2 Jw wordt voldaan. Daartoe overweegt de kinderrechter dat de gesloten setting op dit moment nog noodzakelijk is om de veiligheid van [naam01] te waarborgen. Gelet op haar complexe problematiek is het nodig dat [naam01] specialistische hulpverlening ontvangt. Dat is op dit moment niet mogelijk vanuit een open setting of vanuit de thuissituatie, omdat haar veiligheid daar onvoldoende gewaarborgd kan worden. Een kortdurende opname bij [X] is nodig om [naam01] de structuur en de duidelijkheid, maar vooral de behandeling te bieden die zij nodig heeft en het is dan ook van groot belang dat [naam01] nu met spoed gaat starten met traumabehandeling zodat de kans dat [naam01] op de beoogde einddatum op een veilige manier naar huis kan terugkeren zo groot mogelijk wordt gemaakt. Hoewel het [naam01] niet altijd lukt om de stappen die zij in de afgelopen periode heeft gezet als positieve stappen te zien, wil de kinderrechter benadrukken dat het wel degelijk positieve stappen zijn die zij heeft gezet. De kinderrechter complimenteert [naam01] daarmee en vindt het knap van [naam01] dat zij tijdens de zitting zo open is geweest en zo duidelijk heeft verteld hoe het met haar gaat en wat haar bezighoudt.
De kinderrechter zal de machtiging verlenen voor de verzochte periode van drie maanden, te weten tot 10 februari 2023.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [naam01] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland met ingang van 10 november 2023 tot 10 mei 2024;
6.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.3.
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] in een instelling voor gesloten jeugdhulp met ingang van 10 november 2023 tot 10 februari 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2023 door mr. E.E. Schotte, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.B. van der Velden als griffier, en op schrift gesteld op 23 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.