ECLI:NL:RBDHA:2023:18105

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
NL23.23281
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Somalische vrouw met betrekking tot geloofwaardigheid en risico's bij terugkeer

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 15 november 2023 wordt het beroep van een Somalische vrouw tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, geboren in 2000, diende op 31 juli 2022 een aanvraag in, die op 9 augustus 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 2 oktober 2023 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van eiseres en de staatssecretaris aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. Eiseres heeft problemen ondervonden met de terreurorganisatie Al-Shabaab, die haar zus heeft vermoord en haar zelf heeft bedreigd. De staatssecretaris achtte het asielrelaas van eiseres deels geloofwaardig, maar vond dat zij onvoldoende bewijs had geleverd voor de ernst van de bedreigingen en de omstandigheden waaronder zij haar problemen heeft ervaren. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoende inzicht heeft gegeven in de beweegredenen van Al-Shabaab en dat haar verklaringen te algemeen zijn om als geloofwaardig te worden beschouwd.

Daarnaast wordt ingegaan op de vraag of eiseres als alleenstaande vrouw in aanmerking komt voor een asielvergunning. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoet aan de criteria voor bescherming op basis van het landenbeleid voor alleenstaande vrouwen, omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij alleenstaand is en er nog andere mannelijke familieleden zijn. Ook de vrees voor een mogelijke besnijdenis van haar dochter in Somalië wordt door de rechtbank niet relevant geacht voor de asielaanvraag, aangezien de dochter nog in Somalië is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiseres af.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.23281

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 november 2023 in de zaak tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer], eiseres

(gemachtigde: mr. A.S. Sewman),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. F.S. Schoot).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres is van Somalische nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 2000. Zij heeft op 31 juli 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft deze aanvraag met het bestreden besluit van 9 augustus 2023 afgewezen.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 2 oktober 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. Het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiseres is geboren in Somalië. Voor haar vlucht woonde zij daar met haar ouders, haar zusje en haar twee kinderen en pleegkind. Zij stelt problemen te hebben ondervonden met de terreurorganisatie Al-Shabaab. Een man van deze organisatie wilde met haar zusje trouwen. Toen haar zusje dat weigerde, is zij door deze organisatie vermoord. Dezelfde man heeft daarna kenbaar gemaakt met eiseres te willen trouwen. Door deze gebeurtenissen kreeg de vader van eiseres problemen aan zijn hart en is hij aan die problemen overleden. Eiseres is vanwege deze gebeurtenissen via de hoofdstad Mogadishu gevlucht naar Nederland.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Uithuwelijking aan Al-Shabaab.
5.1.
De staatssecretaris acht het eerste element geloofwaardig. Het tweede element wordt door de staatssecretaris ongeloofwaardig geacht.
Heeft de staatssecretaris het tweede element ten onrechte ongeloofwaardig geacht?
6. Eiseres betoogt dat de staatssecretaris het tweede element ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht.
Verklaringen over Al-Shabaab
6.1.
Eiseres stelt dat de staatssecretaris haar ten onrechte tegenwerpt dat zij niet uitgebreid(er) kan verklaren over de identiteit van de leden van Al-Shabaab. De leden van Al-Shabaab proberen hun identiteit immers zoveel mogelijk verborgen te houden. De verklaringen die eiseres heeft gegeven, zijn volgens haar voldoende om geloofwaardig te achten dat zij problemen heeft gehad met Al-Shabaab. Al-Shabaab heeft de macht in het gebied waar het ouderlijk huis zich bevindt en dus is het zeer aannemelijk dat zij problemen ondervindt van deze groepering. Bovendien heeft zij de leider van de groepering in haar gebied bij naam genoemd.
6.1.1.
Het betoog slaagt niet. De staatssecretaris heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat, hoewel eiseres heeft verklaard wie de plaatselijke leider van Al-Shabaab is, van haar mag worden verwacht dat zij meer inzicht biedt in hoe deze groepering eruit ziet in het kleine dorp waar zij woonde. De enkele stelling dat zij zelf zeiden dat ze van Al-Shabaab waren en zij bepaalde kleding droegen, mocht de staatssecretaris onvoldoende achten. Eiseres heeft immers verklaard dat Al-Shabaab haar zus heeft vermoord, dat zij meerdere keren bij eiseres thuis langs zijn geweest en dat haar familie telefonisch door hen is benaderd. Daarom mocht de staatssecretaris van eiseres verwachten dat zij zich niet beperkt tot dergelijke algemene verklaringen.
Verklaringen over de problemen naar aanleiding van de uithuwelijking
6.2.
Eiseres betoogt dat de staatssecretaris haar ten onrechte tegenwerpt dat zij weinig kan verklaren over de aanleiding van de door haar ondervonden problemen. Eiseres stelt dat de aanleiding voor haar vertrek was dat haar zusje gedwongen werd te trouwen en vervolgens werd gedood, waarna zijzelf gedwongen werd om te trouwen. Volgens eiseres kan haar in dit verband niet worden tegengeworpen dat zij niet weet waarom de man van Al-Shabaab met haar wilde trouwen; zij kan immers niet in het hoofd van deze man kijken. Verder kan haar niet verweten worden dat zij niet weet hoe Al-Shabaab aan het adres van haar ouders is gekomen. Al-Shabaab heeft de macht in de regio en haar ouders woonden in een klein dorp. Bovendien exploiteert haar moeder een eethuis. Verder wijst eiseres erop dat zij tijdens het nader gehoor specifiek en uitgebreid heeft uitgelegd wat partijen tijdens de ontvoering en telefoongesprekken over en weer tegen elkaar hebben gezegd. Bovendien kan eiseres niet worden tegengeworpen dat zij weinig kan verklaren over de situatie van haar problemen op dit moment in Somalië. Zij kan nauwelijks contact opnemen met haar moeder omdat dit het gevaar dat Al-Shabaab vormt zou vergroten. Haar moeder heeft ook aan eiseres gevraagd om geen contact te leggen.
6.2.1.
Het betoog slaagt niet. De staatssecretaris volgt het standpunt van eiseres dat haar niet kan worden verweten waarom de man in kwestie met haar zus wilde trouwen. De staatssecretaris stelt zich echter niet ten onrechte op het standpunt dat van eiseres wel verwacht mag worden dat zij meer inzicht kan geven in de aanleiding van de door haar ondervonden problemen. De combinatie van de omstandigheden dat eiseres niet weet wie van de leden van Al-Shabaab haar zus hebben ontvoerd en vermoord, waarom hij met de zus van eiseres wilde trouwen en hoe hij in contact is gekomen met haar zus of de rest van haar gezin, maken dat eiseres te weinig inzicht heeft gegeven in de aanleiding van de door haar gestelde problemen in Somalië. De verklaringen die eiseres wel geeft, mocht de staatssecretaris te algemeen en te summier achten, omdat zij op geen enkele wijze inzicht geven in de (mogelijke) beweegredenen van Al-Shabaab om bij eiseres en haar familie problemen te veroorzaken. Bovendien mag de staatssecretaris van eiseres verwachten dat zij meer inzicht kan geven in hoe haar problemen er op dit moment voorstaan en dat is haar niet gelukt.
Ondersteunend bewijs voor de verklaringen van eiseres
6.3.
Eiseres heeft verklaard sms-berichten te hebben ontvangen waarin zij is bedreigd door Al-Shabaab. Eiseres voert aan dat haar niet verweten kan worden die berichten niet te hebben overlegd, omdat de staatssecretaris heeft onderkend dat het mogelijk niet gaat om berichten die makkelijk te achterhalen zijn. De telefoon waarop zij deze sms-berichten heeft ontvangen, was een goedkoop toestel dat zij heeft achtergelaten bij vrienden in Mogadishu. Hierover heeft zij duidelijk verklaard. Als de telefoon überhaupt bewaard is gebleven, acht eiseres het zeer onwaarschijnlijk dat de berichten er nog op staan. Verder stelt eiseres dat aan de geloofwaardigheid van het asielrelaas ten goede moet komen dat de staatssecretaris niet langer aan haar tegenwerpt dat zij dubbelzinnig heeft verklaard over de locatie waar zij de telefoon heeft achtergelaten en dat zij eenmaal heeft verklaard dat de berichten waren verstuurd via Messenger in plaats van sms. Daarnaast is eiseres van mening dat haar niet kan worden tegengeworpen dat zij geen andere objectieve stukken heeft overlegd die haar asielrelaas ondersteunen, nu zij abrupt Somalië heeft moeten verlaten.
6.3.1.
Het betoog slaagt niet. De staatssecretaris heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiseres haar asielrelaas met geen enkel document, dan wel indicatief bewijs heeft onderbouwd. Van eiseres mag verwacht worden dat zij voldoende inspanning levert om het asielrelaas te onderbouwen, ook nadat zij het land van herkomst heeft verlaten. Eiseres heeft verklaard de telefoon bij een bekende te hebben achtergelaten en zij heeft geen inspanningen verricht om die telefoon te traceren. De staatssecretaris mocht in elk geval van eiseres verwachten dat zij probeert om de telefoon te traceren.
6.4.
Eiseres voert aan dat haar tegenstrijdige verklaring over haar laatste woonplaats niet aan haar tegengeworpen kan worden. Zij heeft namelijk niet specifiek verklaard op welk tijdstip zij waar in Somalië was.
6.4.1.
Dit betoog slaagt niet. De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat die verklaringen wel aan eiseres kunnen worden tegengeworpen nu dit de verklaringen van eiseres in een andere omgeving plaatsen. Dit doet afbreuk aan de verklaringen. Niet valt in te zien waarom eiseres in het aanmeldgehoor niet kon verklaren waar zij in Somalië voorafgaand aan haar vertrek verbleef.
Samenwerkingsverplichting
6.5.
Eiseres betoogt tot slot dat de hoormedewerker zich niet aan de samenwerkingsverplichting heeft gehouden. Eiseres heeft het nader gehoor meer ervaren als een verhoor. Tijdens het nader gehoor springt de hoormedewerker naar verschillende momenten uit het verleden, waardoor eiseres soms niet goed begreep over welke periode de vraag ging. Ondanks dit heeft eiseres in hoofdlijnen consistent haar asielrelaas verteld. Bovendien vroeg de hoormedewerker niet goed door bij onduidelijkheden. Indien dit wel was gebeurd, had eiseres duidelijker kunnen verklaren.
6.5.1.
Dit betoog slaagt niet. De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat de gehoormedewerker niet in strijd met de samenwerkingsverplichting gehandeld heeft, omdat de gehoormedewerker door middel van vervolgvragen eiseres de kans heeft geboden om haar asielrelaas aan te vullen of te specificeren. [1] De vervolgvragen die zijn gesteld, boden eiseres de kans te verklaren over wat en wie eiseres precies heeft gezien, wat eiseres precies deed, wat haar familie op dat moment deed en wat er precies werd gezegd. De rechtbank ziet daarom geen reden om te oordelen dat de staatssecretaris zou hebben gehandeld in strijd met de samenwerkingsverplichting.
Conclusie
6.6.
Het betoog van eiseres slaagt niet. De staatssecretaris heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat de verklaringen over het tweede element te summier en algemeen zijn om het asielrelaas van eiseres geloofwaardig te achten.
Komt eiseres als alleenstaande vrouw in aanmerking voor een asielvergunning?
7. Eiseres betoogt dat zij op grond van het landenbeleid een asielvergunning had moeten krijgen. Nederland voert volgens eiseres voor Somalië het beleid dat alleenstaande vrouwen in principe een asielvergunning krijgen. [2] Eiseres voert verder aan dat een eventueel beschermingsalternatief haar niet kan worden tegengeworpen nu zij, om met haar kinderen verenigd te worden, door het gebied van Al-Shabaab moet reizen.
7.1.
Dit betoog slaagt niet. De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat eiseres niet voldoet aan de criteria [3] voor een alleenstaande vrouw. De enkele stelling dat eiseres in aanmerking komt voor bescherming op grond van het landenbeleid ten opzichte van alleenstaande vrouwen is niet genoeg, aangezien dit aannemelijk dient te worden gemaakt. Eiseres is hier niet in geslaagd. Daar komt nog bij dat in het geval van eiseres er nog sprake is van een ouderlijk gezin, eiseres haar scheiding niet aannemelijk heeft gemaakt, er nog derdegraads mannelijke familieleden zijn en eiseres eerder bij haar oom heeft verbleven.
Is het terugkeerbesluit in strijd met artikel 3 van het EVRM?
8. Eiseres voert aan dat zij bij terugkeer een risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM. Eiseres vreest voor een besnijdenis van haar dochter en dat zij haar daar niet tegen kan beschermen. Volgens eiseres leidt deze omstandigheid ertoe dat er geen terugkeerbesluit genomen mag worden.
8.1.
Dit betoog slaagt niet. De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat een eventuele besnijdenis van haar dochter niet relevant is voor de asielaanvraag van eiseres, omdat haar dochter nog in Somalië is. De gestelde vrees van eiseres voor besnijdenis van haar dochter staat daarom niet in de weg aan een terugkeer van eiseres naar Somalië.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de asielaanvraag terecht is afgewezen. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.L.M. Steinebach-de Wit, rechter, in aanwezigheid van mr. T.J. Engberts, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Verslag nader gehoor, p. 7, 8, 10, 12 en 13.
2.Eiseres verwijst hierbij naar artikel C7/30.4.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000.
3.Artikel C7/30.4.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000.