In deze zaak hebben eisers, bestaande uit vijf Syrische nationaliteiten, op 13 juni 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als familie- of gezinslid bij hun referent in Nederland te verblijven. De aanvraag is op 16 juni 2022 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ontvangen. Na het verstrijken van de beslistermijn hebben eisers op 12 januari 2023 verweerder in gebreke gesteld, omdat er geen tijdig besluit was genomen. Vervolgens hebben zij op 8 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Verweerder heeft op 22 augustus 2023 een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit is overschreden en dat eisers rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie waarin is geoordeeld dat bij overschrijding van de beslistermijn bij aanvragen om gezinshereniging sprake is van een bijzonder geval. De rechtbank sluit zich aan bij deze eerdere uitspraak en oordeelt dat het beroep gegrond is.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken. Indien verweerder besluit tot nader onderzoek, moet dit besluit binnen twintig weken na de bekendmaking van de uitspraak worden genomen. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken. Tot slot is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 418,50.