In deze zaak hebben eisers op 17 januari 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid van een referent. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft niet tijdig op deze aanvraag beslist, wat heeft geleid tot een ingebrekestelling door eisers op 16 augustus 2023. Vervolgens hebben eisers op 15 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de beslistermijn heeft overschreden en dat eisers rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en sluit zich aan bij eerdere rechtspraak over de overschrijding van beslistermijnen bij aanvragen om gezinshereniging. De staatssecretaris is opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een beslissing op de aanvraag bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft de staatssecretaris ook veroordeeld in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 418,50, en moet het betaalde griffierecht van € 184,- aan eisers vergoeden.