ECLI:NL:RBDHA:2023:18025
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Marokkaanse nationaliteit, tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 16 oktober 2023 afgewezen, met het argument dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris de aanvraag niet in behandeling heeft genomen omdat Nederland een verzoek om terugname aan Frankrijk heeft gedaan, dat door Frankrijk is aanvaard. Eiser stelt dat zijn asielaanvraag in Frankrijk niet correct is beoordeeld en dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om zijn procedure te onderbouwen met documentatie. Hij vreest dat overdracht aan Frankrijk zal leiden tot schending van artikel 3 van het EVRM, omdat dit zou betekenen dat hij gedwongen terugkeert naar zijn land van herkomst.
De rechtbank stelt vast dat er in het algemeen van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag worden uitgegaan ten aanzien van Frankrijk. Eiser moet aannemelijk maken dat het asiel- en opvangsysteem in Frankrijk tekortkomingen vertoont die een reëel risico op schending van zijn rechten met zich meebrengen. De rechtbank concludeert dat de enkele stelling van eiser over de beoordeling van zijn aanvraag in Frankrijk niet voldoende is om aan te tonen dat er sprake is van een fundamentele systeemfout. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.L. Boxum, rechter, in aanwezigheid van mr. D.G. van den Berg, griffier. Eiser kan binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.