AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Intrekking verblijfsvergunning en inreisverbod op basis van nationale veiligheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning en het opgelegde inreisverbod van twintig jaar beoordeeld. Eiser, met de Iraanse nationaliteit, had eerder een verblijfsvergunning als wetenschappelijk onderzoeker. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze vergunning ingetrokken op basis van een individueel ambtsbericht van de AIVD, waarin werd gesteld dat eiser een gevaar vormt voor de nationale veiligheid. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich terecht op dit ambtsbericht heeft gebaseerd en dat het inreisverbod van twintig jaar proportioneel is. Eiser heeft geen concrete aanknopingspunten aangedragen om de juistheid van het ambtsbericht te betwisten. De rechtbank verklaart het beroep tegen het inreisverbod ongegrond en het beroep tegen de intrekking van de vergunning niet-ontvankelijk, waardoor beide besluiten in stand blijven. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.
Voetnoten
1.Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.
2.Algemene wet bestuursrecht.
3.Op grond van Richtlijn (EU) 2016/801.
4.Op grond van artikel 19, in samenhang met artikel 18, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
5.De vergunning is ook ingetrokken op grond van artikel 18, eerste lid, aanhef en onder f, in samenhang met artikel 19 van de Vw 2000, omdat de werkgever eiser inmiddels heeft afgemeld.
6.Europese Unie.
7.Met een ultracentrifuge kan uranium worden verrijkt. Een ultracentrifuge kan worden gebruikt voor (nucleaire) wapendoeleinden.
8.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
10.Zie het arrest Ouhrami van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 26 juli 2017 (ECLI:EU:C:2017:590) en de uitspraak van de Afdeling van 5 december 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2998). 11.Artikel 66a, vierde lid, van de Vw 2000 en artikel 6.5a, zesde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000).
12.Paragraaf B1/4.4 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000).