Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 november 2023 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb), verweerder
Procesverloop
Overwegingen
[bedrijfsnaam], een eenmanszaak. Bij dit formulier heeft zij gevoegd een belastingaanslag over het belastingjaar 2015 en een bevestiging van de inschrijving van haar onderneming bij de Kamer van Koophandel (KvK) van 30 september 2019. Bij besluit van 20 december 2019 is eiseres vanaf het vierde kwartaal van 2019 kinderbijslag voor [naam 2] toegekend.
Familienkasse Rheinland-Pfalz-Saarland, gericht aan [naam 1]. Verder heeft zij als bijlagen gevoegd een uittreksel uit de KvK van haar onderneming en een toelichting dat zij vanwege haar opstartende bedrijf en het coronavirus geen omzet heeft gemaakt.
‘Initial Summary of Informal Conversation and possible therapy plan’, een factuur van 25 augustus 2021 en een stuk genaamd
‘introduction letter’. Daarnaast heeft eiseres aan de Svb meegedeeld dat haar onderneming als gevolg van de in 2020 en 2021 geldende overheidsmaatregelen ter bestrijding van de coronapandemie geen winst heeft gemaakt, omdat zij werkzaam is in een beroepsgroep waarvoor toen een contactverbod gold, maar dat zij wel kosten heeft gemaakt voor haar onderneming. Van deze kosten heeft zij ook stukken bijgevoegd.
Familienkasse Rheinland-Pfalz-Saarland.
“Mw. [eiseres] zegt dat ze wel degelijk als zelfstandige gewerkt heeft (zie geuploade documenten), maar dat ze door COVID geen omzet gedraaid heeft en geen winst heeft gemaakt. Zij heeft offertes verstuurd , maar heeft niet gefactureerd. Bijvoorbeeld haar belastingaangifte voor 2020 was € 0,-- (de aangifte voor 2021 is nog niet ingediend).
“We have established that you cannot be regarded as a self-employed person as from 1 October 2019. In order to be regarded as a self-employed person, you need to carry out professional activities that enable you to fully or partly support yourself. Our investigation shows that you have not met this condition in the period since 1 October 2019.”Hieruit blijkt dat door de Svb als voorwaarde werd gesteld dat eiseres inkomen heeft gehad uit haar onderneming. Dat er, behoudens bewijs van omzet/winst, nog andere (bewijs)stukken werden verlangd, blijkt niet.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt de Svb op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt de Svb tot betaling van € 1.674,- aan proceskosten aan eiseres;
- draagt de Svb op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiseres te vergoeden.