In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. L. Sinoo, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank Den Haag heeft op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan in het bestuursrechtelijke geschil, waarin eiseres betoogde dat verweerder niet tijdig had beslist op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit door verweerder is overschreden en dat eiseres rechtsgeldig in gebreke heeft gesteld. Hierdoor is het beroep gegrond verklaard.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen op de aanvraag. Afhankelijk van de omstandigheden, zoals het al dan niet bieden van herstelverzuim door verweerder, zijn verschillende beslistermijnen vastgesteld. De rechtbank heeft ook een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 209,25, en het griffierecht van € 184,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en biedt een duidelijke richtlijn voor de te nemen stappen door verweerder.