ECLI:NL:RBDHA:2023:17447
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek van verzoekster tegen rechter mr. C.S.F. de Nijs wegens vermeende partijdigheid
Op 28 april 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster, die zich niet-ontvankelijk verklaard zag omdat haar verzoek te laat was ingediend. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een eerdere zitting op 26 juli 2022, waarbij verzoekster zich niet gehoord voelde en geen vertrouwen had in de rechter, mr. C.S.F. de Nijs. Verzoekster had geen redelijke verklaring gegeven voor het tijdsverloop van bijna negen maanden tussen de zitting en het indienen van het wrakingsverzoek. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden bij objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid, en dat verzoekster haar verzoek tijdig had moeten indienen. Aangezien dit niet het geval was, werd het verzoek niet in behandeling genomen. De procedure in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.