Uitspraak
1.De procedure
Hierbij de brief van de Belastingdienst. De Belastingdienst dreigt beslag te leggen op het saldo op de beheerrekening. Ze leggen opeens beslag en dan is het geld weg. Het is niet wenselijk dat er beslag wordt gelegd. Het is wenselijker dat dit saldo van de beheerrekening eerlijk wordt verdeeld over de schuldeisers in een Wsnp-regeling.”
2.De beoordeling
te gebieden het beslag op loon/uitkering en/of goederen van de verzoeker” op te schorten. Hiertoe is echter nodig dat er beslag is gelegd. Immers, pas wanneer er beslag is gelegd kan sprake zijn van opschorting daarvan. Daadwerkelijke beslaglegging is hier echter niet gebleken. Ondanks verzoek van de rechtbank daartoe zijn er geen beslagstukken overgelegd. Uit de reactie van de schuldhulpverlener blijkt dat er geen beslag is gelegd. Dit maakt reeds dat het verzoek zonder mondelinge behandeling zal worden afgewezen.
Als aannemelijk is dat onvoldoende aflossingsmogelijkheden bij de schuldenaar of andere omstandigheden het onmogelijk maken om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, hoeft voor de afgifte van deze verklaring niet eerst een poging te zijn gedaan om tot een dergelijke regeling te komen.”
omdat andere omstandigheden bij de schuldenaar het onmogelijk maken om tot een buitengerechtelijke regeling te komen”. Verzoekster zou niet meer weten wat er in en na 2015 is gebeurd en “g
ezien het verleden van mevrouw zouden er mogelijk nog onbekende schulden zijn.”
dat er mogelijk nog onbekende schulden zijn”, maakt dus niet dat het onmogelijk is om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen.
[naam01], werkzaam voor CAV”, maar dat hieruit niet voldoende duidelijk blijkt dat dat deze persoon behoort tot de kring van personen die bevoegd is een 285-verklaring af te geven.