Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
- verzoeker;
- de officier van justitie;
- de rechter.
Rechtbank Den Haag
Op 20 maart 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot wraking van de rechter, mr. M.L. Ruiter, afgewezen. Het verzoeker, die betrokken was bij een strafzaak, stelde dat de rechter als trustee fungeerde en dat dit een fictie was. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker geen feitelijke onderbouwing had gegeven voor de schijn van vooringenomenheid of een objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat verzoeker concrete omstandigheden moet aanvoeren om een wrakingsverzoek gegrond te verklaren. Aangezien verzoeker dit niet had gedaan, werd het verzoek als kennelijk ongegrond beschouwd. Bovendien werd vastgesteld dat het wrakingsverzoek was ingediend zonder deugdelijke onderbouwing, wat leidde tot onnodige vertraging van de procedure. De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker het wrakingsinstrument misbruikte en besloot dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.