ECLI:NL:RBDHA:2023:17226
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning voor gezinsleven van een Somalische vader met Nederlandse partner en kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de afwijzing van een verblijfsvergunning voor een Somalische vader, eiser, die samen met zijn Nederlandse partner en kinderen in Nederland wil verblijven. Eiser heeft een verblijfsvergunning in Italië en heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op basis van artikel 8 van het EVRM, dat het recht op gezinsleven waarborgt. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag afgewezen, omdat eiser geen geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) heeft en niet in aanmerking komt voor vrijstelling van het mvv-vereiste. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarbij zij de beroepsgronden van eiser heeft beoordeeld. Eiser voerde aan dat de staatssecretaris ten onrechte het standpunt heeft ingenomen dat hij geen verblijfsrecht kan ontlenen aan het arrest Chavez-Vilchez, en dat de belangenafweging in het kader van artikel 8 van het EVRM ten onrechte in zijn nadeel is uitgevallen. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen, gezien de omstandigheden in Italië en de binding van eiser met Nederland. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de belangenafweging in het voordeel van eiser zouden moeten laten uitvallen. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.