ECLI:NL:RBDHA:2023:16983
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 22 september 2023 op basis van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft eerder op 10 oktober 2023 een uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van deze maatregel. Eiser heeft in zijn beroep aangevoerd dat er geen concrete aanknopingspunten zijn voor de verantwoordelijkheid van Duitsland en dat er geen zicht is op een overdracht binnen een redelijke termijn. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er voldoende aanknopingspunten zijn voor een claimverzoek bij de Duitse autoriteiten, waaronder een Eurodactreffer en de verklaring van eiser dat hij bereid is om naar Duitsland overgedragen te worden.
De rechtbank heeft ook de argumenten van eiser over de noodzaak van de maatregel van bewaring beoordeeld. Eiser stelde dat hij met een minder dwingende maatregel, zoals verblijf in een asielzoekerscentrum, kon afwachten. De rechtbank oordeelde echter dat er een significant risico op onderduiken bestaat en dat de staatssecretaris terecht heeft besloten om eiser in bewaring te houden. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser heeft geen recht op schadevergoeding en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.