In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.J.A. Rinkes, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn waarbinnen verweerder had moeten beslissen op de aanvraag is overschreden. Eiseres heeft verweerder rechtsgeldig in gebreke gesteld en heeft meer dan twee weken later beroep ingesteld, wat betekent dat het beroep terecht is ingediend.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is. Verweerder is opgedragen om binnen acht weken na de verzending van de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag van eiseres. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 418,50.
De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, en is openbaar gemaakt op 18 augustus 2023. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, omdat zij een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld, omdat partijen daarmee instemden. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen.