ECLI:NL:RBDHA:2023:16831
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 27 juli 2023, is het beroep van eiser, die een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend, niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had geklaagd dat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig had beslist op zijn aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling.
De rechtbank heeft overwogen dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht, een betrokkene een bestuursorgaan schriftelijk moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog op de aanvraag moet worden beslist, voordat hij beroep kan instellen. Eiser had zijn asielaanvraag op 2 november 2022 ingediend, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de beslistermijn met negen maanden was verlengd op basis van het besluit WBV 2022/22, dat op 27 september 2022 in werking trad. Hierdoor was de ingebrekestelling van eiser op 8 mei 2023 te vroeg ingediend.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder, zoals bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb. Daarom is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt op 27 juli 2023.