In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 8 november 2023, met zaaknummers NL23.21482 en NL23.21483, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben en geboren te zijn in 2006, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Eiser betwist deze beslissing en verzoekt om een voorlopige voorziening.
De rechtbank heeft op 4 oktober 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van verweerder aanwezig waren. Eiser stelt dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar zijn gestelde minderjarigheid en de door hem overgelegde geboorteakte. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat de overgelegde geboorteakte niet voldoet aan de eisen van een identiteitsdocument en dat de Spaanse autoriteiten de geboortedatum van eiser hebben bevestigd als zijnde 2000. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om aan de zorgvuldigheid van de Spaanse autoriteiten te twijfelen en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij overdracht aan Spanje een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 4 van het Handvest of artikel 3 van het EVRM.
De rechtbank wijst het beroep van eiser ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het interstatelijk vertrouwensbeginsel en de verantwoordelijkheden van lidstaten onder de Dublinverordening.