Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
.” De rechtbank wijst daarmeeverzoek Iuit het processtuk van 8 september 2023 af. Wij constateren dat de afwijzing niet is gemotiveerd, althans zonder begrijpelijke inhoudelijke analyse van de genoemde gronden voor verwijzing.
- De rechtbank Den Haag traineert de behandeling van onze Wpg/Wsjg/AVG inzageverzoeken.
- a. Wij verzochten sinds 26 mei 2022 meermaals gezamenlijke behandeling van onze inzageverzoeken bij de Politie en het OM vanwege de samenhang. Een objectieve beoordelaar stelt vast dat ons verzoek met kennelijke opzet (gniffelend genoegen?) wordt doodgezwegen. Dit gedrag noemt met traineren of treiteren.
- b. Het manipuleren van een wettelijke termijn van zes weken tot een termijn van acht weken (brief van 3 september 2023) wijst op het actief zoeken naar manieren om ons inzagerecht te frustreren en deze Wpg/Wjsg/AVG procedures te vertragen.
- Het is ons bekend dat gerechtelijke uitspraken w.o. ook de regiebeslissingen geen grond kunnen vormen voor wraking. Ons gesloten stelsel van rechtsmiddelen maakt dat uw Wrakingskamer streng moet toezien op oneigenlijk gebruik van de wrakingsprocedure. Wij zijn van mening dat in de huidige praktijk te ruimhartig gebruik wordt gemaakt van het ongegrond of niet ontvankelijk verklaren van een verzoek tot wraking met de stelling dat er sprake zou zijn van een gerechtelijke (regie)beslissing.
3.De beoordeling
desbetreffenderechter(s) vooringenomen zou(den) zijn. De wrakingskamer acht het verzoek daarom in zoverre kennelijk ongegrond.