ECLI:NL:RBDHA:2023:16664
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres, een Jordaanse vrouw, tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 14 augustus 2023 niet in behandeling genomen, omdat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de aanvraag. Eiseres heeft haar beroep op 31 oktober 2023 behandeld gekregen, waarbij zij werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich terecht op het interstatelijk vertrouwensbeginsel heeft beroepen, wat inhoudt dat Oostenrijk zijn verdragsverplichtingen nakomt. Eiseres heeft niet overtuigend aangetoond dat er in Oostenrijk sprake is van structurele tekortkomingen in de asielprocedure die een reëel risico op onmenselijke of vernederende behandeling met zich meebrengen. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigen dat er geen serieuze aanwijzingen zijn voor pushbacks van Dublinclaimanten naar Oostenrijk.
Eiseres heeft ook een beroep gedaan op artikel 17 van de Dublinverordening, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris in de door eiseres aangevoerde omstandigheden geen aanleiding had om deze bepaling toe te passen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht buiten behandeling heeft gesteld en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 november 2023.