In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2023, wordt het beroep van eiser, een Somaliër, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, geboren in 1999, heeft op 13 oktober 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris op 15 februari 2023 als ongegrond is afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep en hoort de gemachtigden van zowel eiser als de staatssecretaris. Eiser stelt dat hij vreest voor discriminatie en het niet kunnen voorzien in zijn levensbehoeften bij terugkeer naar Somalië, omdat hij geen netwerk heeft en niet weet tot welke stam hij behoort.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eiser zich zou kunnen vestigen in Mogadishu, ondanks de risico's die hij loopt. De staatssecretaris had moeten onderzoeken of er concrete aanknopingspunten zijn voor vestiging in een gebied waar Al-Shabaab niet aan de macht is. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet heeft aangetoond dat eiser, gezien zijn achtergrond en omstandigheden, zich veilig kan vestigen in Somalië. De rechtbank vernietigt het besluit van de staatssecretaris en geeft deze acht weken de tijd om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.674.