In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 september 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2018, waarbij de inspecteur een bedrag van € 71.822 aan inkomsten uit hennepteelt bij de eiser heeft bijgeteld. De eiser had eerder een hennepkwekerij in zijn woning, wat leidde tot een strafrechtelijk onderzoek en een vergrijpboete van 50% op de correctie van de aanslag. De rechtbank heeft het beroep van de eiser gegrond verklaard en de vergrijpboete gematigd van € 4.912 naar € 1.105, omdat de redelijke termijn voor het opleggen van de boete was overschreden. De rechtbank heeft ook de proceskosten van de eiser vastgesteld op € 1.674 en verweerder opgedragen het betaalde griffierecht van € 50 aan eiser te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.