Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
mij gezegd dat zij is gestopt met werken en verzocht om u te bellen om haar huidige arbeidsovereenkomst te vernietigen en een nieuwe arbeidsovereenkomst op te stellen met einde dienstverband van 05-05-2023 en verzocht om uitkering voor haar te regelen bij het UWV.
3.Het verzoek en het verweer
- primair om het ontslag op staande voet te vernietigen;
- subsidiair om de werkgever te veroordelen tot betaling van de gefixeerde vergoeding wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn ad € 2.500,00 bruto dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag;
- aan de werknemer op grond van artikel 7:673 BW de wettelijke transitievergoeding van € 1.752,02 bruto toe te kennen dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag verhoogd met de buitengerechtelijke kosten van € 156,00;
- de ‘arbeidsovereenkomst met einddatum 5 mei 2023’ te vernietigen op grond van dwaling en misbruik van omstandigheden dan wel een beslissing in goede justitie te nemen;
- de werkgever te veroordelen in de kosten van de procedure.