Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. A.A. Scholtmeijer),
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Syrische vreemdeling tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn asielaanvraag. Eiser, geboren in 1996, heeft op 10 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 6 juli 2023 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser internationale bescherming geniet in Duitsland. Tijdens de zitting op 31 augustus 2023 is eiser niet verschenen, maar zijn gemachtigde heeft het beroep ingediend.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld en vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat de situatie in Duitsland is veranderd. Eiser heeft aangevoerd dat hij sinds 2020 in Nederland verblijft en dat hij psychische problemen heeft, maar de rechtbank oordeelt dat deze argumenten niet voldoende zijn om de niet-ontvankelijkheid van de asielaanvraag te weerleggen. De rechtbank verwijst naar het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat inhoudt dat EU-lidstaten hun internationale verplichtingen nakomen. Eiser heeft niet aangetoond dat hij bij terugkeer naar Duitsland een reëel risico loopt op schending van zijn rechten.
De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris de aanvraag terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 september 2023.