Overwegingen
1. Eiser stelt dat hij de Marokkaanse nationaliteit heeft en dat hij is geboren op [geboortedatum] 1995.
Wat is het juridisch kader?
2. Op grond van artikel 59, zesde lid, van de Vw 2000, kan de bewaring ten hoogste met nog eens twaalf maanden worden verlengd, indien de uitzetting, alle redelijke inspanningen ten spijt, wellicht meer tijd zal vergen, op grond dat de vreemdeling niet meewerkt aan zijn uitzetting of de daartoe benodigde documentatie uit derde landen nog ontbreekt.
3. Op grond van paragraaf A5/6.8 van de Vc 2000wordt in het verlengingsbesluit nagegaan of er is voldaan aan de voorwaarden voor verlenging, of er nog voldoende gronden voor de bewaring zijn, of de bewaring voor de vreemdeling onredelijk bezwarend is en of er zicht op uitzetting bestaat. Op voorwaarde dat dit deugdelijk is gemotiveerd, wordt daarmee voldaan aan alle uit de Terugkeerrichtlijnen het arrest Mahdivoortvloeiende voorwaarden voor het nemen van een verlengingsbesluit. Een aparte verzwaarde belangenafweging naast het verlengingsbesluit is niet nodig.
Wat is het standpunt van verweerder?
4. Uit het verlengingsbesluit blijkt dat verweerder de bewaring met ten hoogste twaalf maanden heeft verlengd, omdat de uitzetting van eiser, al de inspanningen van verweerder ten spijt, wellicht meer tijd zal vergen, omdat eiser niet meewerkt aan zijn uitzetting en de daartoe benodigde documentatie uit Marokko nog ontbreekt. Verweerder heeft de zware gronden 3b en 3c en de lichte gronden 4b, 4c en 4d ten grondslag gelegd aan dit verlengingsbesluit en heeft deze gronden nader gemotiveerd. Verweerder heeft zich ook op het standpunt gesteld dat het zicht op uitzetting naar Marokko binnen een redelijke termijn niet ontbreekt en dat hij niet kon volstaan met de oplegging van een lichter middel.
Wat is het standpunt van eiser?
5. Eiser stelt zich ten eerste op het standpunt dat er niet is voldaan aan de voorwaarden voor verlenging van de bewaring, omdat hij meewerkt aan zijn uitzetting naar Marokko. Hij heeft zich altijd zeer netjes gedragen in het detentiecentrum (hij heeft geen enkel probleem gehad, hij is nooit in een isoleercel geplaatst en hij is altijd verschenen op de afspraken met de regievoerder). Hij stelt zich ten tweede op het standpunt dat het zicht op uitzetting naar Marokko binnen een redelijke termijn ontbreekt, omdat er geen reden is om aan te nemen dat de autoriteiten van Marokko binnen een redelijke termijn een lpzullen afgeven. Zelfs na bezoeken aan de consul, worden er geen lp’s afgegeven. Verder is er nog geen nieuwe afspraak gemaakt met de consul en heeft de toezegging van de autoriteiten van Marokko om lp’s af te geven zonder een presentatie in dit geval ook niet geleid tot de afgifte van een lp.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
De voorwaarden voor verlenging van de bewaring
6. De rechtbank is van oordeel dat er is voldaan aan de voorwaarden voor verlenging van de bewaring. In tegenstelling tot de stelling van eiser dat hij wel meewerkt aan zijn uitzetting, blijkt uit het verlengingsbesluit en de voortgangsrapportage dat eiser op de eerste twee afspraken (vertrekgesprekken van 31 maart 2023 en 6 april 2023) met de regievoerder niet is verschenen. Tijdens de met eiser gevoerde vertrekgesprekken heeft hij verklaard dat hij niet wil terugkeren naar Marokko. Hij heeft tijdens die vertrekgesprekken ook geen of onvoldoende informatie gegeven of bescheiden overgelegd om de afgifte van een lp te bespoedigen. Verder blijkt uit het verlengingsbesluit en de voortgangsrapportage dat eiser twee keer is uitgenodigd voor een interview (presentatie in persoon) met de diplomatieke vertegenwoordiging van Marokko (op 26 april 2023 en 13 juni 2023) en dat eiser beide keren daaraan niet heeft meegewerkt. Hij heeft tot op vandaag geen aantoonbare actie ondernomen om de afgifte van een lp te bespoedigen. Het is niet uitgesloten dat een lp spoedig zal worden afgegeven, als eiser de benodigde medewerking verleent. Het enkele feit dat eiser stelt dat hij geen enkel probleem heeft gehad in het detentiecentrum en dat hij nooit in een isoleercel is geplaatst, betekent niet dat hij (volledig en actief) meewerkt aan zijn uitzetting.
Het zicht op uitzetting naar Marokko binnen een redelijke termijn
7. De rechtbank is verder van oordeel dat het zicht op uitzetting naar Marokko binnen een redelijke termijn niet ontbreekt. In de uitspraak van 2 mei 2023heeft de Afdelingbevestigd dat het zicht op uitzetting naar Marokko binnen een redelijke termijn in het algemeen niet ontbreekt. Het is de rechtbank ook niet gebleken dat dit zicht op uitzetting in het geval van eiser ontbreekt. Uit het verlengingsbesluit en de voortgangsrapportage blijkt dat verweerder op 3 april 2023 een lp heeft aangevraagd bij de autoriteiten van Marokko, dat deze aanvraag in behandeling is genomen door de autoriteiten van Marokko en dat het onderzoek gaande is. Op 26 april 2023 en 13 juni 2023 is eiser zelfs uitgenodigd voor een interview met de diplomatieke vertegenwoordiging van Marokko, maar eiser heeft beide keren daaraan niet meegewerkt. Het enkele feit dat verweerder nog geen nieuw interview heeft gepland met de diplomatieke vertegenwoordiging van Marokko, leidt niet tot het oordeel dat er geen zicht op uitzetting naar Marokko binnen een redelijke termijn is, omdat verweerder nog steeds maandelijks rappelleert bij de autoriteiten van Marokko. Bovendien heeft eiser tot op vandaag nagelaten om voldoende concrete en verifieerbare gegevens te verstrekken ter onderbouwing van zijn (gestelde) identiteit en nationaliteit, maar is niet gebleken dat het voor hem onmogelijk is om die gegevens te verstrekken. Eiser kan de terugkeerprocedure dus bespoedigen door zijn (volledige en actieve) medewerking te verlenen aan die procedure. Verder heeft de algemeen directeur van de DT&Vop 5 juli 2023 in een gesprek met de autoriteiten van Marokko aandacht gevraagd voor lopende zaken, waaronder die van eiser. Ook de DIAheeft op 12 juli 2023 aandacht gevraagd voor die zaken.
8. De rechtbank overweegt ten slotte dat zij, ook met inachtneming van de ambtshalve toetsing waartoe zij is gehouden, niet van oordeel is dat de bewaring onrechtmatig is verlengd.
9. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.