ECLI:NL:RBDHA:2023:16290
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen terugkeerbesluit van vreemdeling met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit dat aan eiser is opgelegd. Eiser, van Georgische nationaliteit, heeft op 27 juli 2023 een terugkeerbesluit ontvangen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is op 7 augustus 2023 met onbekende bestemming vertrokken uit Nederland. Tijdens de zitting op 17 oktober 2023 is eiser niet verschenen, ondanks dat zijn gemachtigde aanwezig was. De rechtbank heeft de gemachtigde gevraagd om te bevestigen of er nog contact is met eiser en of hij op de hoogte is van de procedure. De gemachtigde heeft op 16 oktober 2023 geantwoord dat er nog procesbelang is, omdat eiser tegen zijn wil Nederland heeft moeten verlaten en zijn familie hier heeft achtergelaten.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat, gezien de omstandigheden, eiser geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. De rechtbank baseert zich op vaste jurisprudentie die stelt dat als een vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt zonder de autoriteiten te informeren, er in beginsel van moet worden uitgegaan dat hij geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht. Aangezien de gemachtigde van eiser geen antwoord heeft gegeven op de vragen van de rechtbank en eiser niet ter zitting is verschenen, concludeert de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt.