ECLI:NL:RBDHA:2023:16255
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. E.R. Coene, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft de aanvraag van eiseres voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, ingediend op 26 augustus 2022. Eiseres heeft geklaagd dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten zonder behandeling op zitting. De rechtbank heeft overwogen dat, indien een bestuursorgaan niet tijdig beslist, de betrokkene eerst een ingebrekestelling moet indienen. Eiseres had dit gedaan, maar de rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend, omdat de beslistermijn op basis van WBV 2022/22 met negen maanden is verlengd. Dit besluit is van kracht sinds 27 september 2022 en geldt ook voor asielaanvragen die vóór 1 januari 2023 zijn ingediend. De rechtbank concludeert dat de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen niet zijn vervuld, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf en bekendgemaakt op 10 augustus 2023.