ECLI:NL:RBDHA:2023:16254
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. E.R. Coene, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, ingediend op 12 juni 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling. De rechtbank heeft overwogen dat, volgens de wet, een bestuursorgaan binnen een bepaalde termijn op een aanvraag moet beslissen. Indien dit niet gebeurt, kan de betrokkene in beroep gaan, maar moet eerst een ingebrekestelling worden gedaan. In dit geval is de ingebrekestelling te vroeg ingediend, omdat de beslistermijn was verlengd met negen maanden op basis van het besluit WBV 2022/22, dat van kracht is sinds 27 september 2022. De rechtbank heeft geoordeeld dat de asielaanvraag van eiseres onder dit besluit valt, waardoor de termijn voor het nemen van een besluit door de verweerder is verlengd tot 12 september 2023. Aangezien de ingebrekestelling van 6 januari 2023 te vroeg was, is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft de verzoeken van eiseres om het beroep gegrond te verklaren en verweerder te dwingen alsnog een besluit te nemen, afgewezen.