Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam eiser 1] en [naam eiser 2] , eisers
[naam kind](V-nummer [V-nr.] )
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan in de zaken NL23.21216 en NL23.21218, waarbij eisers, [naam eiser 1] en [naam eiser 2], in beroep zijn gekomen tegen besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had de aanvragen van eisers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd buiten behandeling gesteld, omdat zij niet waren verschenen bij een gehoor en niet was aangetoond dat dit niet aan hen was toe te rekenen. De eisers hebben Nederland verlaten zonder de autoriteiten daarvan op de hoogte te stellen en hebben een asielaanvraag ingediend in Frankrijk. De rechtbank heeft op 13 oktober 2023 de beroepen behandeld, maar eisers zijn niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat eisers geen procesbelang hebben bij hun beroepen, omdat zij zonder toestemming Nederland hebben verlaten en een nieuwe asielaanvraag in Frankrijk hebben ingediend. Dit geeft aan dat zij kennelijk geen prijs meer stellen op de bescherming die zij aanvankelijk in Nederland zochten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de enkele mededeling van de gemachtigde van eisers dat zij nog steeds in Frankrijk verblijven en prijs stellen op een besluit op hun asielaanvraag, niet voldoende is om het procesbelang te onderbouwen. Daarom heeft de rechtbank de beroepen van eisers niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 oktober 2023 door rechter W. Anker, in aanwezigheid van griffier N.A. D’Hoore.