ECLI:NL:RBDHA:2023:16017
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bewonersparkeervergunning en procesbelang bij proceskostenvergoeding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een bewonersparkeervergunning. Eiser had op 17 mei 2022 een bewonersparkeervergunning en een bezoekersparkeervergunning aangevraagd, maar alleen de bezoekersparkeervergunning werd verleend. Na bezwaar tegen de afwijzing van de bewonersparkeervergunning, bleef verweerder bij zijn besluit. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, waarbij hij zijn gronden op 14 februari 2023 heeft aangevuld. De rechtbank heeft de zaak op 4 oktober 2023 behandeld, maar eiser was niet aanwezig.
De rechtbank constateert dat eiser een garagebox heeft, die hij gebruikt voor opslag, maar niet voor het parkeren van zijn auto. Verweerder oordeelt dat de garagebox als een parkeerplaats op eigen terrein (POET) kan worden aangemerkt, waardoor eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor de bewonersparkeervergunning. Per 1 januari 2023 is de definitie van POET gewijzigd, en eiser heeft inmiddels een nieuwe aanvraag ingediend die is goedgekeurd op 7 maart 2023.
De rechtbank overweegt dat eiser met zijn beroep beoogde dat hem alsnog de bewonersparkeervergunning zou worden verleend, maar deze is inmiddels verleend. Hierdoor heeft eiser geen procesbelang meer bij het beroep. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn en is openbaar uitgesproken op 25 oktober 2023.