In deze zaak heeft eiseres op 30 juli 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag, die op 8 maart 2022 was ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van zes maanden, die was verlengd met negen maanden, op 8 juni 2023 was verstreken zonder dat er een beslissing was genomen. Eiseres heeft verweerder op 19 juni 2023 in gebreke gesteld, waarna meer dan twee weken zijn verstreken voordat het beroep werd ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en het niet tijdig nemen van een besluit moet worden vernietigd.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een eerste gehoor met eiseres af te nemen en binnen acht weken na dat gehoor een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder in gebreke blijft deze uitspraak na te leven, met een maximum van € 7.500. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat deze zaak samenhangt met een andere zaak van de echtgenoot van eiseres, waarin al een proceskostenvergoeding is toegekend.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.