ECLI:NL:RBDHA:2023:15782

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 oktober 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.22185 en NL23.22186
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvragen van eisers na vertrek met onbekende bestemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2023 uitspraak gedaan over de asielaanvragen van twee eisers, die hun aanvragen hadden ingediend in Nederland. De rechtbank heeft de beroepen van de eisers niet-ontvankelijk verklaard. Dit volgde op twee besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 26 juli 2023, waarin de asielaanvragen van de eisers als ongegrond werden afgewezen.

De eisers, die zich niet op de zitting hebben laten vertegenwoordigen, hebben eerder aangegeven dat zij asiel zochten in Nederland. Echter, op 26 september 2023 heeft de staatssecretaris laten weten dat de eisers met onbekende bestemming zijn vertrokken. De gemachtigde van de eisers heeft op 2 oktober 2023 bevestigd dat hij geen actueel contact meer heeft met hen. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geconcludeerd dat de eisers niet langer prijs stellen op de aanvankelijk gezochte internationale bescherming.

De rechtbank heeft overwogen dat, gelet op de vaste jurisprudentie en de reactie van de gemachtigde, de eisers geen belang meer hebben bij de inhoudelijke beoordeling van hun beroepen. Daarom zijn de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.22185 en NL23.22186
V-nummers: [nummer 1], [nummer 4] en [nummer 3]
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[naam 1], eiser 1,

[naam2], eiseres,
mede namens hun minderjarig kind
[naam 3], eiser 2,
hierna tezamen: eisers,
(gemachtigde: mr. A.K.E. van den Heuvel),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. W. Epema).

ProcesverloopBij twee besluiten van 26 juli 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van eisers afgewezen als ongegrond.

Eisers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 12 oktober 2023 op zitting behandeld. Eisers zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Eisers hebben asiel aangevraagd in Nederland. Bij bericht van 26 september 2023 heeft verweerder laten weten dat eisers met onbekende bestemming zijn vertrokken. Bij bericht van 2 oktober 2023 heeft de gemachtigde van eisers laten weten dat hij geen actueel contact meer heeft met eisers.
2. Gelet op vaste jurisprudentie [2] en de reactie van de gemachtigde van eisers neemt de rechtbank aan dat eisers niet langer prijs stellen op de aanvankelijk gezochte internationale bescherming in Nederland.
3. Eisers hebben dan ook geen belang meer bij de inhoudelijke beoordeling van hun beroepen.
4. De beroepen zijn daarom niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 12 oktober 2023 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en het proces-verbaal hiervan is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.ABRvS 22 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:579.