In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2023 uitspraak gedaan over de asielaanvragen van twee eisers, die hun aanvragen hadden ingediend in Nederland. De rechtbank heeft de beroepen van de eisers niet-ontvankelijk verklaard. Dit volgde op twee besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 26 juli 2023, waarin de asielaanvragen van de eisers als ongegrond werden afgewezen.
De eisers, die zich niet op de zitting hebben laten vertegenwoordigen, hebben eerder aangegeven dat zij asiel zochten in Nederland. Echter, op 26 september 2023 heeft de staatssecretaris laten weten dat de eisers met onbekende bestemming zijn vertrokken. De gemachtigde van de eisers heeft op 2 oktober 2023 bevestigd dat hij geen actueel contact meer heeft met hen. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geconcludeerd dat de eisers niet langer prijs stellen op de aanvankelijk gezochte internationale bescherming.
De rechtbank heeft overwogen dat, gelet op de vaste jurisprudentie en de reactie van de gemachtigde, de eisers geen belang meer hebben bij de inhoudelijke beoordeling van hun beroepen. Daarom zijn de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.